Begroting

Impuls Wonen, Cultuur, Lokale Economie

Impuls Wonen, Cultuur, Lokale Economie

Impulsgelden
Naast het bestaande beleid zijn er drie domeinen waar extra geld naartoe gaat in 2021: wonen, cultuur en lokale economie/binnenstad. Met deze impuls verwacht de gemeente zowel op de lange als de korte termijn crisisgevolgen te verzachten. Op deze terreinen zijn bovendien mogelijkheden om investeringen naar voren te halen en co-financiering vanuit andere overheden te realiseren waardoor grotere bedragen beschikbaar komen.    

Daarmee is absoluut niet gezegd dat andere domeinen niet belangrijk zijn in het dempen van de gevolgen van corona. Zorg, onderwijs, sport of duurzaamheid zijn uiteraard niet minder relevant. Daar gaan we in de programma’s onverminderd mee door, maar in de keuze voor de voorgestelde drie zien we (met de kennis van nu) via extra investeringen de grootste kansen om een aantal belangrijke doelstellingen te verwezenlijken zoals die eerder in het Koersdocument zijn genoemd:

  • Een investering heeft een korte en langetermijneffect
  • Er is een direct multiplier-effect
  • Het draagt bij aan het versterken van een keten en is daardoor extra doelmatig
  • Er zijn goede kansen op co-financiering waardoor echt substantiële investeringen mogelijk zijn
  • Het naar voren halen van investeringen lijkt haalbaar
  • De effecten zijn economisch en sociaal-maatschappelijk
  • Samenwerking met andere partners

Wonen (met een focus op de woondealgebieden)
Dat investeren in wonen voor Nijmegen en de regio van levensbelang is, mag duidelijk zijn. Landelijk wordt gezien dat we een zeer aantrekkelijke stad en regio zijn en dat we daarom nog hard doorgroeien. Dat is positief en zorgt tegelijkertijd voor een stevige woonvraag waar we alleen door landelijke en regionale samenwerking aan kunnen voldoen. In en rond de stations Nijmegen en Goffert en voor Nijmegen-West zijn er mede dankzij de Woondeal nieuwe kansen. Ook in Nijmegen-Noord, Dukenburg en meer specifiek bij de Winkelsteeg zorgen combinaties van wonen, mobiliteitshubs, ondernemen en voorzieningen voor nieuwe impulsen.

In de afgelopen periode is hard gewerkt om kansen op co-financiering en versnelling van projecten in kaart te brengen. Daarbij zijn twee gebieden als zeer kansrijk naar voren gekomen: het stationsgebied en Kanaalzone/Winkelsteeg. Het naar voren halen van deze investeringen geeft een impuls aan cruciale delen van de stad als het gaat om wonen, werkgelegenheid, mobiliteit en economische ontwikkeling. Er zijn nu kansen om met behulp van co-financiering processen te versnellen en financieel haalbaar te maken. Als we deze kansen verzilveren doen we investeringen die we op termijn toch wilden doen en zorgen we niet alleen voor woningen, maar ook voor werkgelegenheid die juist nu hard nodig is.   

Stationsgebied

Voor deze gebiedsontwikkeling wordt een forse onrendabele top in de grondexploitatie verwacht. De eerste fase wordt dit jaar voor versnelling en financiële ondersteuning ingediend voor de woondeal. In totaal gaat het hierbij om ca. 650 woningen en circa 25000 M2 BVO werken. Het totale plan behelst zo'n 2.000 woningen. Om dit mogelijk te maken is een cofinanciering van € 5 miljoen nodig. Gemeentelijke middelen voor deze gebiedsontwikkeling kunnen in gelijke delen worden verdeeld over de jaren 2021 t/m 2024. Het gaat hierbij met name om kosten voor aanpassing van wegen en het verduurzamen van vastgoed. Uitgangspunt is een gemeentelijke investering van 3,5 miljoen en we zijn in gesprek met de provincie over een bijdrage van 1,5 miljoen.

Kanaalzone/Winkelsteeg

Ook hier geldt dat er sprake is van een stevige onrendabele top in de grondexploitatie. Voor de eerste fase van deze projecten wordt nog dit jaar een aanvraag ingediend voor de woningbouwimpulsgelden in het kader van de gesloten woondeal. In deze eerste fase gaat het om ca. 1300 woningen en 40.000M2 BVO werken. Uit de business case blijkt dat de co-financiering € 10,5 miljoen moet zijn. Uitgangspunt is een gemeentelijke bijdrage van € 7 miljoen. Voor de resterende € 3,5 miljoen zoeken we nog co-financiering bij andere partijen, zoals de provincie. De gemeentelijke investeringsmiddelen voor deze gebiedsontwikkeling kunnen in gelijke delen worden verdeeld over de jaren 2021 t/m 2024.

Cultuur
In tijden van crisis blijkt hoezeer cultuur ertoe doet. Het biedt troost, afleiding en hoop. Het zorgt voor ontmoeting, saamhorigheid en een goed ‘Nijmegen’-gevoel dat maakt dat je hier wil wonen, werken en als bezoeker wil verblijven. Het is bovendien een sector waaraan vele Nijmegenaren direct of indirect hun brood verdienen. Sterke cultuurketens zijn dus van breed sociaal-economisch belang. Dat betekent dat we de fundering onder die ketens ondersteunen.

Het belang van een krachtige culturele infrastructuur wordt breed gedragen door alle overheden. We zien dan ook veel mogelijkheden om samen op te trekken. Zo hebben wij constructief samengewerkt met andere overheden (Rijk en Provincie), o.a. via ‘matchingsregelingen’.  De rijksoverheid heeft voor 2020 en 2021 geld vrij gemaakt om de impact van de crisis te dempen. Wat dit precies voor Nijmegen betekent is nog niet helemaal duidelijk en er zijn uiteraard nog veel onzekerheden als het gaat om bijvoorbeeld de duur van de crisis en de bijbehorende maatregelen die grote impact hebben op de mogelijkheden voor de culturele sector.  In lijn met de uitgangspunten van het Koersdocument kiezen we er daarom voor om een deel van de noodzakelijke investeringen in de schouwburg naar voren te halen en creëren we een ‘overbruggings- en herstelfonds’.

Schouwburg
Sinds de bouw in 1961 zijn er minimale aanpassingen aan de Schouwburg gepleegd. Daardoor zijn er acute problemen. Er ligt een masterplan waarin oplossingen staan om dringend onderhoud te plegen en het gebouw klaar te maken voor de toekomst. We maken daarom op korte termijn geld vrij om in 2021 de  renovatie van de theatertechniek in de grote zaal  en andere theaterzaal gebonden investeringen uit te voeren (in totaal € 4.5 miljoen). Ook financieren we onderzoek naar het groot onderhoud en de verbouwing in een latere fase. Mocht dat onderzoek uitwijzen dat onderdelen op een verantwoorde manier naar voren kunnen worden gehaald dan willen we dat mogelijk maken.  

Overbruggings- en herstelfonds

Op basis van de huidige inzichten verwachten wij dat de culturele infrastructuur bij continuering van de spelregels voor de 1,5 meter samenleving ook in 2021 en 2022 geen sluitende exploitatie zullen hebben. De te realiseren omzet uit ticketverkoop, nodig voor een sluitende exploitatie, is in zo’n scenario niet haalbaar. Deze instellingen worden in 2020 (en misschien in 2021) voor de terugval van inkomsten gecompenseerd door generieke rijksmaatregelen en de Rijksbijdrage ondersteuning (vitale) regionale infrastructuur, met matching door Provincie en gemeente.

Om deze co-financiering mogelijk te maken en de nog vele onzekerheden roepen we een overbruggings- en herstelfonds in het leven. In 2021 is hiervoor € 2,4 miljoen opgenomen, in 2022 € 1,3 miljoen.
Zoals de motie ‘Op de culturele kleintjes letten’ terecht constateert, bestaat ons culturele veld uit meer dan alleen de grote (gesubsidieerde) instellingen. Met deze impuls aan de sector kunnen wij van betekenis zijn voor de middelgrote en kleine culturele producenten in onze stad. Wij doen dit via bijscholing en een opdrachtenregeling.
We investeren in bijscholing binnen de sector of het versterken van de kwalificaties van werknemers die afscheid moeten nemen van de sector.  Wij nemen daarvoor €120.000 op in 2021 en 2022 voor de Cultuur Academy en zien dat als een indirecte investering in de arbeidsmarkt.
Daarnaast creëren we binnen de impulsgelden een opdrachtenregeling voor producenten en makers binnen de culturele sector die maatschappelijk relevant werk produceren in coronatijd. De regeling stimuleert makers en culturele organisaties om reflectie, duiding en verbinding te bewerkstelligen in de huidige tijd. Daarbij moet nadrukkelijk aandacht zijn voor de cross-overs naar andere beleidsterreinen, zoals het zorgdomein. Wij nemen hiervoor €180.000 op in 2021 en 2022.

Lokale economie en binnenstad
De binnenstad is en blijft het kloppend hart van de stad. De locatie waar cultuur, retail, dienstverlening, recreatie, horeca en wonen bij elkaar komen.

Corona heeft de binnenstad onder druk gezet. Niet alleen de omzet van de ondernemers neemt af, ook de inkomsten van de gemeente zoals toeristenbelasting, parkeerinkomsten en OZB zullen dalen. Halverwege juni was het aantal bezoekers nog altijd 50% minder dan voor de uitbraak van corona. De retail (mode/schoenenzaken), horeca en evenementenbranche hebben harde klappen gekregen. Er wordt een krimp verwacht van tussen de 10 en 30% van horeca- en modezaken. De impact van corona op de Binnenstad zal naar verwachting pas in het vierde kwartaal 2020 of nog later duidelijk worden. Een complete centrumbeleving staat onder druk en ook kan er een gatenkaas aan leegstaand vastgoed ontstaan.

Alle reden dus om extra te investeren in het herstel van de binnenstad. De binnenstad is onze belangrijkste werklocatie en levert een belangrijke bijdrage aan onze lokale economie en werkgelegenheid (juist ook de praktische beroepen). De binnenstad is ons visitekaartje voor bezoekers en voor het bedrijfsleven. Hier wordt in in grote mate bepaald of wij een aantrekkelijk vestigingsklimaat hebben. Het is een broedplaats voor creativiteit, start-ups en innovatieve retail en horeca. Een plek om te ontmoeten en te verblijven. Een vitale binnenstad levert een positieve bijdrage aan trots en gemeenschapszin.
De investeringsbudgetten die we nu (extra) beschikbaar stellen, kunnen we ook benutten als matchingsgeld voor eventuele aanvullende nationale fondsen voor het versterken van de economische potenties van bijvoorbeeld onze werklocaties en/of winkelcentra.

Impuls lokale economie
Aansluitend op de actielijnen uit de economische visie ontwikkelen we samen met ondernemers en partners in de stad een aanvullend programma om de lokale economie te ondersteunen. Doelstelling van dit aanvullend programma is om met een extra budget van€ 300.000 in 2021 en 2022 de lokale economie een impuls te geven, zodat de werkgelegenheid zoveel mogelijk op peil blijft en bedrijven en ondernemers voor de stad behouden blijven. Van deze middelen wordt € 100.000 ingezet als bijdrage voor de realisatie van een regionale skills hub.

Winkelcentrum Dukenburg
Verder maken we nu alvast € 2 ton vrij voor planvorming voor de transformatie van het winkelcentrum Dukenburg en het omliggend gebied (inclusief 60e straat Meijhorst). Het overschot aan winkelmeters moet hier getransformeerd worden naar andere functies. Zo kan een multifunctioneel en toekomstbestendig winkel- en verblijfsgebied ontstaan, dat gericht is op ontmoeten voor de directe omgeving, maar ook voor de rest van Dukenburg, Lindenholt en in de toekomst voor Winkelsteeg. Een transformatie van het winkelcentrum biedt ook kansen om te voorzien een gedifferentieerder woonaanbod. Aansluitend aan vernieuwing van het vastgoed moet ook de bereikbaarheid en toegankelijkheid en aansluiting op bus en trein verbeterd worden. We verwachten dat het masterplan eind dit jaar gereed is.

Impuls binnenstad
We willen dat de binnenstad het kloppend hart blijft van de stad en stellen daarom samen met inwoners, ondernemers en andere partners een actieagenda voor de binnenstad op. In die agenda kijken we breed naar wat er nodig is. Dus naast economie en werkgelegenheid komen onderwerpen als wonen, leefbaarheid en verbeteringen in de fysieke ruimte aan bod. Voor de uitvoering van deze actieagenda is extra budget nodig, te weten € 250.000 in 2021 en 2022. Elementen waaruit de actieagenda kan bestaan zijn het stimuleren en acquireren van innovatieve concepten, het versterken van het organiserend vermogen, het creëren van ontmoetingsplekken, het onderzoeken van de routering, het herinrichten van de Augustijnenstraat-Burchtstraat en de westelijke Waalkade, het nemen van klimaatadaptieve maatregelen die zorgen voor meer groen en minder hittestress, het aanpakken van leegstand en stimuleren van wonen boven winkels. Indien nodig willen we ook kijken naar het herbestemmen van functies, concentratiegebieden en aanloopstraten.

Uit de crisis investeren
Voor de drie investeringsdomeinen wonen, cultuur, lokale economie/binnenstad maken we in 2021 € 12,6 miljoen vrij. In de jaren daarna komt daar (tot en met 2024) nog eens bijna  € 12 miljoen bij. Dat doen we met extra middelen en geld dat we naar voren halen. Vaak is onze bijdrage een ‘match’ voor financiering vanuit andere overheden. Zo halen we het maximale uit investeringen en werken we op een zo effectief mogelijke manier aan het dempen van de gevolgen van de crisis, met als lange termijndoel een sterke, toekomstbestendige stad die zo snel mogelijk kan herstellen na de crisis.    

Domein; bedragen * € 1.000

2021

2022

2023

2024

Wonen

Stationsgebied

investeringen

875

875

875

875

Winkelsteeg / kanaalzone

investeringen

1.750

1.750

1.750

1.750

Cultuur

Schouwburg fase 1 trekkenwand en zaalgebonden investeringen

Investering

4.535

Fonds: compensatie inkomsten culturele instellingen

Programmabudget

2.400

1.300

Voortzetting culturele academie

Programmabudget

120

120

Opdrachtenregeling producenten en makers

Programmabudget

180

180

onderzoek schouwburg fase 2

Programmabudget

50

Binnenstad en lokale economie

Extra investering binnenstad

Investeringen

2.000

2.000

Impuls lokale economie

Programmabudget

300

300

Impuls binnenstad

programmabudget

250

250

Winkelcentrum en station Dukenburg

programmabudget

125

75

Totaal impuls

12.585

6.850

2.625

2.625

Deze pagina is gebouwd op 11/03/2020 15:55:24 met de export van 11/03/2020 15:48:44